Bridge probleem Nr° 2, Opgave 22 April 2020
|
l l
3♠1 Als NZ 5-kaart hoog spelen, ontkent noord met zijn 1SA-bod een 3-kaart ♠. Jij leidt het 4♠-contract.
|
Oplossing scroll down
Speel na je aftroever ♦A en ♦H, en troef dan ♦8 met ♠H (speelwijze c). Ga met ♣A
terug naar je hand en troef dan ♦9 met ♠10.
OW mogen in de vierde ruitenslag ♦9 voor- of overtroeven met ♠V. Ook dan is je
contract veilig. Je telde namelijk twee dreigende ruitenverliezers en één dreigende
verliezer in de troefkleur. Daar maak je met deze speelwijze slechts één verliesslag
van: je gunt in ruiten en schoppen nu alleen ♠V een slag. Met de verliezers in de
harten en klaveren zijn dat totaal drie verliesslagen: dus 4♠C!
Wat is dan het verschil met speelwijze d, denk je misschien? Dat kán één slag
zijn. Als west een 5-kaart ruiten tegen heeft, en oost ♠V, gaat het onnodig mis.
Oost troeft dan ♠10 over (dat is op zich nog geen ramp), en speelt vervolgens troef
na (dat is wél een ramp), waardoor je je laatste lage ruiten niet kunt aftroeven.
Als je meteen begint met troeftrekken (a en b) verlies je zéker twee ruitenslagen.